Wedstrijdinformatie

Van tevoren wordt afgesproken wie van de twee judoka’s de witte of rode wedstrijdband over zijn judoband moet dragen of, bij (inter)nationale wedstrijden, wie van de twee een blauw pak moet dragen. Dan kunnen de scheidrechters en het publiek nog beter zien wie er een punt scoort. Omdat een scorebord een witte en een rode (of blauwe) kant heeft, is het eenvoudig te zien welke judoka er punten heeft behaald in de wedstrijd.

• Een ippon is de hoogste score die je in een partij kunt behalen Als een judoka een ippon heeft gescoord, is de wedstrijd afgelopen. Een ippon wordt gegeven indien een worp goed uitgevoerd is (een judoka gooit de  tegenstander met genoeg snelheid, kracht en controle op de rug).
• Een waza-ari-score behaal je indien de judoka de tegenstander op de grond werpt maar niet voldoet aan de eisen voor een ippon, bijvoorbeeld omdat de tegenstanden op de zij land i.p.v. op de rug. Je kunt niet meer dan twee keer in een wedstrijd een waza-ari scoren. De tweede keer zegt de scheidsrechter waza-ari-awa-sete-ippon (samen ippon) en is de wedstrijd afgelopen.

Indien de judoka een ippon scoort krijgt deze aan het einde van de wedstrijd 10 punten. Indien de hoogste score een Waza-Ari is, ontvangt deze 7 punten. Als de judoka wint op scheidsrechterbeslissing ontvangt de winnaar 1 punt.

Een wedstrijd begint als de scheidrechter hajimé roept. Als hij maté roept, wordt er even gestopt en bij sore made is de wedstrijd afgelopen.

Hieronder nog een filmpje van Neil Adams die het Judo op een verrassend leuke manier uitlegt!

Wil je nou meer weten hoe het precies zit? Bekijk dan het onderstaande document van de Judo Bond Nederland waar het uitgebreid in staat.